Techniek staat niet stil

Techniek staat niet stil

27 June, 2024

“Officieel ben ik al zeventien jaar buitendienstmonteur”, vertelt Michel. “Onofficieel doe ik echt alles”, lacht hij. “Van de inbedrijfstelling, software aanpassingen, de tekenkamer aan de gang helpen tot het ondersteunen van projectleiders.” En dan leidt hij samen met collega Twan ook nog collega’s op tot buitendienstmonteur.

Het is juist de variatie in zijn werk waar Michel gelukkig van wordt. “Het maakt mijn werk heel leuk. Ik zou bijvoorbeeld ook wel willen leren tekenen. Ik hoef geen engineer te worden, maar het zou wel helpen als wat ik op papier aangeef, zelf gemakkelijk kan aanpassen.” Hij spreidt zijn handen. “Ik wil eigenlijk alles wel leren.”

Blijven innoveren

Dat is ook precies wat Michel in de techniek zo aanspreekt. “De techniek staat niet stil, over vijf jaar is het weer anders. Je moet blijven innoveren en dat vind ik een uitdaging.” Waar de goedlachse Michel ook van geniet is het vervangen van bestaande regelkasten. “Als ik binnenkom werkt alles nog, tot ik aan de gang ga.” Daar is niet iedereen altijd even blij mee. “Laatst had ik tot negen uur gewacht voordat ik aan de slag ging bij een flat met aanleunwoningen, zodat mensen de tijd hadden om op te staan. Zegt iemand een paar minuten van tevoren dat hij nog gaat douchen. Tja, dan heb je een koude douche.”

Extra stapje

Normaal begint Michel om acht uur ’s ochtends, maar als het voor de opdrachtgever iets vroeger of later beter uitkomt, dan houdt Michel er rekening mee. “Ik wil graag dat extra stapje zetten om de opdrachtgever te helpen. Dan ga ik bijvoorbeeld wat later weg, maar wel pas als het klaar is. Al wordt het laat, ik krijg het altijd af.” Dat is overigens niet altijd duidelijk voor mensen die komen kijken. “Soms zie ik iemand schrikken van de loshangende spaghetti aan draden. Ik kan het dan niet laten om te zeggen dat ik het ook niet meer weet, maar hoop dat het goedkomt”, vertelt hij lachend.

Vrijmibo

“Mijn werk is nooit hetzelfde. De ene keer zit ik bij een kinderdagverblijf, dan bij een gevangenis of een ziekenhuis. Ik kom op de gekste plekken.” Vaak op kantoor is Michel dus niet. Maar de kans dat je hem vrijdag in de middag tegenkomt, is wel levensgroot. “Bij mijn vorige werkgever was een vrijmibo standaard. Hier was de vrijmibo wat weggezakt, dus toen ik hier kwam, heb ik dat nieuw leven in geblazen. In het begin liep het niet storm, maar nu zitten er elke vrijdag toch een man of twintig.” Hij begint te grijnzen. “Het is weer bijna vrijdag.”