De kracht van Rensen
Chantal zit pas een jaar bij Rensen, maar dat voelt niet zo. “Ik zat heel snel op mijn plek. Drie maanden lang ben ik ingewerkt op de servicedesk, waar ik eerstlijnsstoringen opvang. Daarna zouden we langzaam afbouwen, dus dat ik steeds meer zelf zou doen. Dat langzaam werd best snel, maar dat kon”, lacht ze. “Het ging heel goed. Ik heb ook fijne collega’s. Iedereen wil je helpen en dat vind ik de kracht van Rensen.”
Er is zeker nog wat te leren in de meet- en regeltechniek, maar met 13 jaar ervaring als monteur in de installatietechniek, maak je Chantal niet zo snel gek. “Ik was drie toen ik met mijn vader meekeek hoe hij onder de auto sleutelde, dus het was al heel snel duidelijk dat ik de techniek in ging.” Dat willen weten van hoe iets zit, heeft ze nog heel sterk. “Ik zou wel meer software willen kunnen schrijven. Dat doe ik nu te weinig, maar wil ik wel. Dus als ik tegen een probleem aanloop dan kijk ik graag met Joop van software mee. Ik heb liever dat ze het mij uitleggen en ik het vervolgens weer aan de klant kan vertellen. Dat is ook handig voor als het vaker voorkomt.”
One of the guys
“Techniek is leuk. Elke installatie is weer anders en gedraagt zich ook anders. Het mooie is om vast te stellen wat een probleem is en daar vervolgens een oplossing voor te bedenken. Helaas zijn er nog altijd te weinig vrouwen in de techniek”, vindt Chantal. “Bij mijn vorige werkgever, was ik de enige vrouw. En dan moet je je toch bewijzen, want ja…je bent een meisje. Zelfs nu krijg ik nog wel eens iemand aan de telefoon die van mij iets niet wil aannemen, maar van mijn mannelijke collega wel.” Ze haalt er haar schouders over op. “Ik was ooit op pad met een stagiair, begon de klant een heel verhaal tegen hem. Prima, denk ik dan, wat jij wilt.” Aan de andere kant was ze ook echt one of the guys. Chantal begint te lachen. “Zelfs zo, dat een klant vroeg naar de vrouwelijke monteur en mijn collega’s zeiden: vrouwelijke monteur? Wie dan?” Er zijn ook leuke en verrassende reacties. “Sommige mensen vinden het vet, een meisje in de techniek. En er zijn zelfs klanten die juist zoeken naar een vrouwelijke servicemonteur.”
Plantjes
Is de vraag of ze het buitenzijn niet mist, nu ze op kantoor zit. Chantal schudt haar hoofd. “Ik kreeg last van mijn knie en tillen ging niet meer. Maar ik wilde wel mijn technische kennis gebruiken en de functie die ik nu heb, is precies wat ik zocht. Het is continu anders. Soms ben ik met twintig dingen tegelijk bezig. Daar moet je wel mee om kunnen gaan.” Dat lijkt Chantal inderdaad prima te kunnen. Ze oogt vrijwel altijd rustig. Sterker nog, elke ochtend als ze binnenkomt, wijdt ze eerst al haar aandacht aan alle plantjes op de afdeling vóórdat ze haar computer opstart. “Het gekke is, we zitten in de meet- en regeltechniek en meten alles, behalve het vocht van onze plantjes. Dus dat doe ik.”
De plantjes staan er overigens nog niet zo lang. “We mochten het kantoor opnieuw aankleden en toen heb ik om planten gevraagd. Ik vind een huiselijke sfeer prettig en daar hoort voor mij groen bij.” Dat is niet alleen voor Chantal zo, ook haar directe collega’s zijn er blij mee. Het levert zelfs wat jaloerse blikken op vanuit de andere afdeling. “We zijn van de minst aangeklede ruimte, naar het best aangeklede kantoor gegaan.” “Nou, zeker”, zegt collega Monique die komt binnenlopen. “Het is hier zoveel gezelliger.”
Op mijn plek
Gezellig vindt Chantal het bij Rensen sowieso. “Ik kan het met iedereen wel goed vinden. En het leuke is, iedereen is anders. Er zijn collega’s die zijn heel stil en rustig en anderen die weer heel hyper zijn. Maar het werkt. Op eerdere plekken heb ik dat niet zo ervaren, maar ik vind dat heel mooi.” Voorlopig is Chantal wel bij Rensen te vinden. “Ik zit nu heerlijk op mijn plek, maar over een tijdje heb ik wel weer zin in een nieuwe uitdaging.” Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. “Ik zei al tegen een projectleider: als jij straks met pensioen gaat, neem ik jouw taak over.”