Ik ben gewoon Rob
Rob (rechts) in gesprek met collega Jasper
Heel veel sollicitatie-ervaring had Rob niet, maar het gesprek bij Rensen zo’n twintig jaar geleden, was niet wat hij had verwacht. “Ze lieten een afbeelding zien en vroegen of ik wist wat dat was. Ik was verbaasd, maar kon zeggen dat het een luchtbehandelingskast was. Dat ging zo even door en ik vroeg me af op wat voor niveau deze functie was. Ik kwam uit de meet- en regeltechniek en wist echt wel het een en ander, maar het leek erop dat er vaker mensen gesolliciteerd hadden die op deze vragen geen antwoord konden geven.” Lang verhaal kort: binnen een week werkte Rob bij Rensen.
In 2008 werd hij regeltechnisch adviseur. “Ik vond het fantastisch. Je krijgt veel vrijheid en hebt veel contact met klanten. In het begin was het wel zwaar. Het was buffelen om opdrachten binnen te halen, maar na enkele jaren gaan de klanten waarmee je een klik hebt, je werk gunnen. Dat is heel gaaf! En na verloop van tijd werd dat steeds meer. Ik belde nauwelijks nog klanten, zij belden mij.” Vooral vertrouwen en goed advies is belangrijk, meent Rob. “Onze klanten willen geen mooi praatje, maar geholpen worden met goed advies. Alle adviseurs bij Rensen komen uit de uitvoering en dat merk je als klant. Zij weten hoe het werkt en kunnen je daardoor ook goed helpen.”
Sparringpartner
Maar na zestien jaar was de uitdaging er wel vanaf en Rob is dan ook heel blij met zijn nieuwe functie als verkoopmanager. “Omdat Rensen is gegroeid en blijft groeien, heeft de directie een managementteam samengesteld. Voor verkoop heb ik de dagelijkse leiding. De afgelopen tijd ben ik hierop voorbereid en er steeds meer ingegroeid. Maar het is voor iedereen nieuw, ook voor mij en ja, dat is spannend”, geeft hij toe. Er valt nog genoeg te leren en dat wil hij ook, maar wat hij vooral belangrijk vindt, is om er gezamenlijk wat van te maken. “Ik voel me geen meerdere, maar gewoon een collega. Ik ben gewoon Rob”, zegt hij lachend. “Ik zie mijn rol als sparringpartner. Ik ga dus niet zeggen hoe mensen moeten werken.”
Dat heeft hij wel moeten leren. “Als ik iemand zes keer zie klikken om ergens te komen, terwijl ik weet dat het in twee keer kan, dan jeuken mijn vingers. Vroeger zou ik er wat van gezegd hebben, maar ik heb geleerd dat mijn manier van werken niet de enige goede hoeft te zijn. Degene die het anders doet, komt er ook. Dus nu laat ik het gaan.”
Persoonlijk
Had Rensen toen Rob begon zo’n 35 mensen in dienst, inmiddels zijn dat er al 85. “Dat verschil maakt wel uit. Maar bij Rensen is het contact altijd persoonlijk geweest en niet zakelijk. Dat is het gelukkig nog steeds en voor dat persoonlijke ga ik dus ook echt tijd maken. Ik wil met iedereen om de zoveel tijd even zitten. Dat hoeft geen uren te duren, als tien minuten voldoende is dan is dat ook goed, maar zo kom je niet voor verrassingen te staan. Mensen kunnen soms een hele tijd iets opsparen en dan bij het jaarlijkse functioneringsgesprek alles eruit gooien. Dat is niet goed. Als er iets is, moet je het gelijk zeggen. Ik hoop dat iedereen in mijn team dat ook gaat doen.”
Daar lijkt het vooralsnog wel op. De sfeer binnen het team is goed. “Ik heb leuke collega’s. We praten niet alleen over het werk, maar over van alles. Ik ga hier ook niet meer weg”, zegt Rob stellig en voegt eraan toe dat hij ook helemaal geen jobhopper is. Dan verschijnt er een lachje om zijn mond. “Tenzij ze ergens tien miljoen bieden.”